Is een gastouder zelfstandig ondernemer en kunnen inkomsten uit gastouderopvang worden opgevoerd als winst uit onderneming? Sinds een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden zijn daar twijfels over. Inmiddels gloort er weer licht aan de horizon voor gastouders.
In augustus 2016 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden een gastouder niet aangemerkt als ondernemer voor de inkomstenbelasting, omdat zij onvoldoende zelfstandig zou zijn. Sindsdien is er onder gastouders die hun inkomsten aangeven als winst uit onderneming onzekerheid over de juistheid van hun belastingaangifte. Er is vooruitgang in dit dossier. Op 10 april jl. heeft de Rechtbank van Breda de inkomsten van een gastouder aangemerkt als winst uit onderneming. Daarnaast heeft de Belastingdienst de motivering van de brancheorganisaties voor het aanmerken van gastouders als zelfstandige aangemerkt als pleitbaar standpunt.
Vonnis rechtbank Breda
De Rechtbank Breda heeft op 10 april geoordeeld dat werkzaamheden van een gastouder wel degelijk als winst uit onderneming zijn aan te merken. ‘Gelet op het wettelijk stelsel van gereguleerde kinderopvang is belanghebbende nu eenmaal verplicht om haar werkzaamheden als gastouder door tussenkomst van een gastouderbureau te verrichten.’ Dat wil dan niet zeggen dat de gastouder onvoldoende zelfstandig is. Verder oordeelt de rechtbank dat de ouders de opdrachtgever van de gastouder zijn en niet het gastouderbureau. De met het gastouderbureau gesloten overeenkomst is aan te merken als een bemiddelingsovereenkomst. Het staat de gastouder vrij om deze ook met andere gastouderbureaus te sluiten of om op te zeggen, aldus de rechtbank.
Kenmerken zelfstandig ondernemer
De Rechtbank Breda oordeelt dus dat indien de taken van het gastouderbureau zich beperken tot de wettelijk verplichte taken en de gastouder verder aan alle kenmerken van een zelfstandig ondernemer voldoet, de inkomsten van de gastouder als winst uit onderneming kunnen worden aangemerkt. Het is nog niet duidelijk of de Belastingdienst in beroep gaat tegen dit vonnis.
Gesprekken Belastingdienst
De Belastingdienst beoordeelt het fiscaal ondernemerschap altijd per geval, ook bij gastouders. Daarnaast speelt jurisprudentie een rol, zoals de uitspraak van het Hof Arnhem-Leeuwarden. Eerder dit jaar heeft er een gesprek plaatsgevonden tussen de Belastingdienst en de brancheorganisaties voor kinderopvang en gastouderopvang over de gevolgen van deze bewuste uitspraak. Naar aanleiding hiervan hebben de brancheorganisaties schriftelijk uiteengezet waarom gastouders ook binnen het huidige wettelijk kader voldoende zelfstandig kunnen zijn. De landelijk vaktechnisch coördinator inkomstenbelasting van de Belastingdienst heeft de motivering van de brancheorganisaties inmiddels aangemerkt als pleitbaar standpunt. Dat de motivering van de brancheorganisaties als pleitbaar standpunt wordt gezien, betekent dat een rechter mogelijk tot een ander oordeel kan komen op het punt van de invloed van de Wet Kinderopvang en Kwaliteitseisen Peuterspeelzalen op de zelfstandigheid dan het Hof Arnhem-Leeuwarden.
Casus
De brancheorganisaties zoeken nu met de Belastingdienst naar een geschikte casus waarbij de zelfstandigheid van de gastouder ten opzichte van het gastouderbureau ter discussie staat. Deze casus zal vervolgens voorgelegd worden aan de rechter. Mogelijk wordt bovenstaande casus – in hoger beroep bij het gerechtshof – hiervoor geselecteerd.
Bron: VGOB en Brancheorganisatie Kinderopvang