Snelle toename van vetmassa in de peutertijd zorgt voor een hoger risico op obesitas op latere leeftijd.
Dat blijkt uit onderzoek aan het Erasmus Medisch Centrum te Rotterdam. Specialisten onderzochten daar wat de invloed is van onderhuids vetweefsel in de peutertijd op de totale vetmassa en het vet rond de lever bij schoolgaande kinderen.
Relatie met BMI
Bij ongeveer 600 kinderen werd op de leeftijd van 1 ½ , 6 en 24 maanden onderhuids vetweefsel gemeten door middel van huidplooimetingen. Als de kinderen 10 jaar waren geworden, werd met behulp van een MRI- en lichaamsscan de Body Mass Index (BMI), de totale vetmassa, en het vet in de buik, lever en rond het hart gemeten.
Uit het onderzoek bleek dat meer onderhuids vetweefsel in de peutertijd bij de onderzochte kinderen gerelateerd was aan een hogere BMI, totale vetmassa en onderhuids vetweefsel in de buik in de kindertijd. Er was geen effect op het vet rond de organen.
Generation R
Het onderzoek is verricht in het kader van het Rotterdamse project Generation R. Generation R is onderdeel van het Erasmus Medisch Centrum. In samenwerking met het Erasmus Medisch Centrum en partijen in de hele stad en een grote groep enthousiaste Rotterdammers, wordt onderzocht welke factoren van invloed zijn op gezondheid en ontwikkeling van moeders en hun kinderen.