Veel vrouwen op de Nederlandse arbeidsmarkt werken in deeltijd, maar een grote groep zou eigenlijk best meer willen werken. Dit leidt tot Kamervragen van drie D66-Kamerleden. Want doet het kabinet wel genoeg om dit potentieel te stimuleren?
In Nederland werken opvallend veel vrouwen in deeltijd. Toch blijkt dat veel vrouwen, ook in sectoren waar een personeelstekort is, best meer uren willen werken. Dit ook realiseren, blijkt alleen in de praktijk lastiger dan verwacht. Volgens het CBS zouden in Nederland 400.000 mensen meer uren willen werken. Twee derde van deze groep is vrouw. Werkgevers spelen een cruciale rol om dit ook mogelijk te maken.
Kamervragen
Drie D66-Kamerleden Steven van Weyenberg, Vera Bergkamp en Joost Sneller hebben naar aanleiding van deze cijfers Kamervragen gesteld aan de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Wouter Koolmees), Onderwijs Cultuur en Wetenschap (Ingrid van Engelshoven) en van Financiën (Wopke Hoekstra).
Beleidsonderzoek
Zij antwoorden eensgezind: ‘Het kan niet zo zijn dat we enerzijds mensen nodig hebben, terwijl het anderzijds niet lukt om de mensen die beschikbaar zijn volledig in te zetten.’ Om die reden is er opdracht gegeven voor een beleidsonderzoek deeltijdwerk. Hierin wordt gekeken naar de oorzaken van deeltijd werk, vooral in de sectoren zorg en onderwijs.
Economische groei
Als vrouwen meer uren gaan werken, is dat erg goed voor de Nederlandse economie. Dat weten ook de bewindsvoerders: ‘Vrouwen die meer uren gaan werken leveren een bijdrage aan de economische groei, de houdbaarheid van de welvaartsstaat en de bestrijding van tekorten op de arbeidsmarkt.’ Onderzoek van McKinsey toonde aan dat het binnenlands product (bbp) met 100 miljard euro zou groeien als Nederlandse vrouwen net zoveel uren zouden werken als vrouwen in het buitenland. De bewindsvoerders willen dit bedrag wel wat nuanceren, maar zien zeker ook een groot economisch belang.
Voorbeeldrol
Dat belang is er bijvoorbeeld ook als het gaat om de voorbeeldrol die ouders spelen voor hun kinderen. De ministers: ‘Onderzoek van Van Putten (2009)5 wijst uit dat vrouwen die zijn opgegroeid met een werkende moeder gemiddeld meer uren werken dan vrouwen die zijn opgegroeid met een thuismoeder. Ook blijkt dat de vroege verdeling van huishoudelijk werk tussen ouders tot voorbeeld dient voor de latere taakverdeling tussen volwassen kinderen en hun partners.’
Afspraken in cao’s
Hoewel de bal volgens de bewindsvoerders ook ligt bij werkgevers, blijkt uit een SCP-onderzoek dat 79 procent van de werkgevers zich verantwoordelijk voelt voor een goede combinatie tussen arbeid- en zorgtaken voor werknemers. In veel cao’s zijn er dan ook afspraken over gemaakt. Bijna een kwart van de werknemers krijgt volgens cao bijvoorbeeld gedeeltelijk doorbetaald tijdens ouderschapsverlof. Flexibele werktijden kunnen ook een groot verschil maken.
Gelijke verdeling
Het kabinet heeft meerdere initiatieven getoond om (jonge) ouders te wijzen op de voordelen van een gelijkwaardige verdeling in de zorgtaken. Er is bijvoorbeeld een Werkzorgberekenaar ontwikkeld of de financiële voordelen van een gelijke verdeling inzichtelijk te maken. En er is vorige maand een bewustwordingscampagne gestart Zijnjullieeraluit.nl. Het ministerie van SZW is ook bezig met het opzetten van een campagne om werkgevers bewust te maken van de voordelen van zorgvriendelijk werkgeverschap.
Flexibele kinderopvang
Ondanks al deze inspanningen is het kabinet van mening dat ouders, los van normatieve opvattingen en sociale normen over gender, zelf een bewuste keuze moeten kunnen maken over de gewenste arbeid-/zorgverdeling. Tot slot geven de ministers aan dat een goed aanbod van flexibele kinderopvang ouders kan ondersteunen. Dat aanbod is aan de kinderopvangmarkt zelf en de beweging naar een meer flexibel aanbod, vindt dan ook plaats. Dit tot tevredenheid van het kabinet.