Zoveel kinderen, zoveel opvoedingen. Zeker als het gaat om de mediaopvoeding, zijn de verschillen tussen gezinnen groot.
Het Nederlands Jeugdinstituut komt met een interessante factsheet over hoe je de mediaopvoeding van al die individuen kunt ondersteunen. Want bij ouders leven er ook veel vragen over mediaopvoeding en waarom zou jij daar als pm’er niet de aangewezen hulp bij kunnen zijn?
In sommige gezinnen is het heel gebruikelijk om de hele dag de tv op de achtergrond aan te hebben staan. In andere gezinnen zijn alle media bij voorbaat een taboe. Je krijgt in de kinderopvang met alle type gezinnen te maken. Als je een beeld wilt krijgen van hoe er in een gezin om wordt gegaan met media, stel dan bijvoorbeeld deze open vragen aan ouders:
Mediagebruik in het gezin
1.Welke apparaten en apps hebben jullie?
2.Hoe lang mag jouw kind op een dag televisie kijken/internetten/computerspelletjes spelen?
3.Vanaf welke leeftijd mag je kind media gebruiken?
4.Heeft je kind al eigen media-apparaten? Heeft je kind een eigen televisie of spelcomputer op de slaapkamer?
5.Kijkt jouw kind vaak samen televisie en zo ja, met wie dan?
6.Heb je thuis regels voor wat je kind op televisie mag zien?
7.Waar ben je bang voor als je kind verkeerde dingen op de computer ziet?
8.Ben jij handig met de computer / telefoon?
9.Praat je wel eens met je kind over internet? Waarom is dat lastig of juist makkelijk?
10.Wat vind je van leerzame computerspelletjes?
11.Hoe lang media gebruiken?
Het NJi deelt ook tipsheets voor kinderen van verschillende leeftijden, speciaal voor professionals. Hierin staan per leeftijdsgroep veelgestelde vragen van ouders en antwoorden die je daarop als professional kunt geven. In de leeftijdsgroep 0-2 jaar staat ‘Hoeveel tijd mag een jong kind aan media besteden en hoe reguleer ik dat?’. Het antwoord in het kort: ‘Een precies aantal aan te bevelen minuten mediagebruik per dag is moeilijk te geven. Elk gezin wil hierin zijn eigen keuzes maken en kinderen verschillen ook onderling. (…) Maar jonge kinderen leren gemakkelijker en beter van ervaringen die zij in het echte leven opdoen dan via het gebruik van beeldschermen. Media is niet de hoofdactiviteit, maar één van de mogelijke activiteiten.
Wat zijn geschikte media
In de overige categorieën staan dezelfde vragen, komen de antwoorden soms overeen, maar niet altijd. Bij 3-5 jaar staat bijvoorbeeld: ‘Hoe weet ik als ouder wat geschikte media zijn?’. Het antwoord in een samenvatting: ‘Kies voor mediaproducties die aansluiten op de ontwikkelingsfase en interesse van het kind’ en ‘Voorkom dat kinderen in aanraking komen met media die voor oudere kinderen of volwassenen bedoeld zijn’. De overige tipsheets zijn geschreven voor de leeftijdscategorieën 6-8 jaar, 9-12 jaar en 13-18 jaar.