Oogartsen maken zich zorgen over toenemende bijziendheid bij kinderen. In Nederland gaat het inmiddels om één op de twee kinderen. Bijziendheid is niet te genezen en vergroot de kans om op termijn blind of slechtziend te worden. Bovendien kan dit meerdere oogaandoeningen veroorzaken.
Volgens nieuw internationaal onderzoek kampt 23 procent van de kinderen in Nederland met bijziendheid. “Een enorme onderschatting van het probleem”, noemt hoogleraar kinderoogheelkunde Caroline Klaver van het Erasmus MC de cijfers. “In Nederland is 56 procent van jongeren bijziend. Daarover verschijnt binnenkort een wetenschappelijk artikel.” Ook Martha Tjon-Fo-Sang, specialist kinderoogheelkunde, zegt dat er ‘een stijgende lijn’ te zien is in bijziendheid in Nederland. “Waar het op neerkomt, is dat ongeveer 50 procent van de tieners bijziend is.”
Zorgelijk
Volgens het Oogfonds lopen mensen met hoge bijziendheid (-6 of erger) ongeveer 30 procent kans om op termijn blind of slechtziend te worden. Bijziendheid kan ook meerdere oogaandoeningen veroorzaken, zegt Tjon-Fo-Sang. “Jongeren kunnen in de toekomst last krijgen van een loslatend netvlies of staar. Het is niet te genezen, maar het verloop kan wel worden vertraagd door gematigd schermgebruik en speciale oogdruppels.”
Oproep
Het Oogfonds roept ouders en onderwijsinstellingen op om kinderen de 20-20-2 regel op jonge leeftijd aan te leren. De regel houdt in dat twintig minuten kijken naar een scherm gecombineerd moet worden met twintig seconden kijken in de verte, en twee uur per dag buitenspelen.
Bron: rtl.nl / vakbladvroeg