De Raad van State heeft besloten dat een gastouderopvang in Werkendam niet hoeft te sluiten, nadat de buurman een zaak aanspande tegen de gemeente waar de opvang gevestigd is. Die zou in strijd zijn met het bestemmingsplan. De hoogste bestuursrechter oordeelde anders.
‘In een gewoon gezin groeien de kinderen op, maar ik kan twintig jaar lang wonen naast een huis met kleine kinderen.’ Het was een van de bezwaren waarmee Arie van Rosmalen zijn beklag deed tegen de gemeente Werkendam, meldt Omroep Brabant. Hij stapte naar de hoogste bestuursrechter, de Raad van State in Den Haag, om te klagen over de gastouderopvang die sinds een paar jaar naast zijn rijtjeshuis gevestigd was.
Raad van State
De Raad van State spreekt recht over besluiten van de overheid (gemeenten, provincies en het Rijk), waartegen burgers of bedrijven een beroep hebben gesteld, legt Gijs Steijsiger (De Kroon Adviseurs) uit. ‘In deze uitspraak ging het om een zaak die door de heer Arie van Rosmalen is aangespannen tegen de gemeente Werkendam. Dus niet tegen de gastouder zelf. Hij is het oneens dat de gemeente Werkendam een vergunning (LRKP-nummer) heeft afgegeven aan zijn buurvrouw. Van Rosmalen is van mening dat de gemeente Werkendam nooit zo’n vergunning had mogen afgeven, omdat de gastouderopvang in een woonwijk plaatsvond en daarmee in strijd was met het bestemmingsplan.’
Oordeel
De Raad van State oordeelde dat het College van Burgemeester en Wethouder alle relevante belangen heeft meegewogen voordat de vergunning is afgegeven en dat de zij niet in strijd heeft gehandeld met het bestemmingsplan. Het College heeft de belangen van Arie van Rosmalen meegewogen, maar hecht een zwaarder belang aan de gastouderopvang. ‘Op grond van de uitspraak kan men stellen dat gemeente Werkendam zorgvuldig is geweest bij het toekennen van een vergunning’, legt Steijsiger uit.
Nederland
Geldt zo’n uitspraak door de hoogste bestuursrechter voor heel Nederland? Steijsiger: ‘Nee, deze uitspraak geldt specifiek voor de gemeente Werkendam. Elke gemeente dient vooraf zorgvuldig te overwegen of het woonklimaat niet ernstig wordt aangetast, wanneer er een LRKP-nummer wordt afgegeven aan een gastouder.’
Huurhuis
Steijsiger vertelt dat veel gastouders wél de uitspraak vrezen van het Gerechtshof van 14 april 2015, waarin een gastouder haar opvang heeft moeten stoppen, nadat omwonenden hadden geklaagd over overlast bij de verhuurder van het huis. Omdat de woningcoöperatie geen schriftelijke toestemming had gegeven aan de gastouder om in de woning een ‘bedrijf uit te oefenen’, mocht zij haar werk niet langer uitoefenen in de woning. Steijsiger: ‘Ondanks dat de gastouderopvang in het gehuurde niet in strijd is met het gemeentelijke bestemmingsplan, vindt het Hof het privaatrechtelijke belang van de verhuurder zwaarder wegen.’
Gemeente
Bij de zaak in Werkendam ging het om een koophuis, vandaar dat de buurtbewoner procedeerde tegen de gemeente. De uitspraak van de Raad van State komt wel als mosterd na de maaltijd, stelt Omroep Brabant. De gastouder had genoeg van de bezwaren van de buurman en heeft het huis verkocht.