Een pedagogisch beleid met aandacht voor risicovol spelen verdient meer aandacht in de kinderopvang. Dit helpt professionals om kinderen hiertoe de ruimte te bieden. Dat is belangrijk, zo blijkt uit nieuw onderzoek, want risicovol spelen vergroot de veerkracht en autonomie van kinderen.
Uit overbezorgdheid zijn de mogelijkheden voor kinderen om risicovol te spelen de afgelopen decennia sterk afgenomen. En dat terwijl kinderen zich tijdens het spelen juist van nature aangetrokken voelen tot uitdagingen. Ze doen spontaan mee aan activiteiten die hun grenzen testen en nieuwe ervaringen bieden. Hoe ga je hiermee om als professioneel begeleider?
Tegenstrijdige belangen
In zijn proefschrift onderzocht Martin van Rooijen de soms tegenstrijdige belangen van verschillende stakeholders bij het faciliteren van risicovol spel in naschoolse kinderopvang. Denk dan aan professionals, spelende kinderen, ouders en de organisatie. Hij ontwierp een model waarin zij elk een rol spelen als potentiële actor van verandering. Het model kun je gebruiken om factoren te identificeren die van invloed zijn op Nederlandse professionals die toezicht houden op risicovol spel van kinderen.
Materialen uit de kringloop
Martin van Rooijen ontwikkelde een programma om risicovol spel te stimuleren. Zeven locaties voor buitenschoolse opvang beproefden dit zes weken lang. Onderdeel van het programma is het aanbieden van losse materialen, vaak afkomstig van de kringloop. Bijvoorbeeld oude autobanden, kratjes, emmers, touw en gevaarlijk gereedschap. Daarmee kunnen kinderen hun eigen spel bedenken.
De kinderen die de kans kregen om met de materialen te spelen, waren enthousiast over de creatieve en risicovolle mogelijkheden die ze boden. Ze ervaarden tegelijkertijd angst en plezier tijdens het spelen. Ze konden zelf beslissingen nemen en hun grenzen verleggen. De kinderen wilden zelf bepalen wanneer ze hulp nodig hadden van de professionals en vonden dat die meer vertrouwen in hen moesten hebben en voldoende afstand moesten bewaren.
Op hun beurt voelden pedagogisch medewerkers zich vrijer om kinderen hun gang te laten gaan als risicovol spel was opgenomen in het pedagogisch beleid van hun organisatie. Hun collega’s konden juist een belemmering vormen.
Pedagogische onderbouwing
Wanneer professionals het onderling op dit gebied niet eens zijn, komen ze soms uit op de minst riskante gemeenschappelijke grens. Dat hindert kinderen bij het risicovol spelen. Professionals moeten juist met elkaar in gesprek gaan over de grenzen, stelt Van Rooijen. Het vermijden van confrontaties over risicovol spel is niet in het belang van de kinderen. Op die reden pleit hij ervoor dat kinderopvangorganisaties in hun beleid een pedagogische onderbouwing opnemen van risicovol spelen. Zo kunnen ze de boodschap uitdragen dat risico essentieel is in het spel van kinderen. Het pedagogisch beleid moet de professionals de autonomie en vrijheid bieden in een fractie van een seconde te beslissen over de risico’s die kinderen nemen. Dat kan zorgen voor een positievere houding tegenover risicovol spel en meer ontspanning in de begeleiding van kinderen.
Proefschrift van Martin van Rooijen: “That we get more trust, we just want so much more”
Bronnen: nji.nl / uvh.nl / vakbladvroeg