Kinderen van 0 tot en met 6 jaar gebruiken media niet alleen langer, maar ook steeds vaker alleen. Ouders maken zich zorgen over hoe ze het mediagebruik van hun kind in de hand kunnen houden. Dit blijkt uit een review van zeven jaar Iene Miene Media-onderzoek. “Gebruik media vooral samen en niet als surrogaat in de opvoeding”, adviseert hoogleraar Peter Nikken.
Het onderzoek is gepresenteerd bij de start van de Media Ukkie Dagen 2019. Deze vinden plaats van 29 maart tot en met vrijdag 5 april en hebben als thema: ‘Van speen tot game’. Diverse organisaties, zoals bibliotheken, CJG’s en kinderopvang, organiseren door heel Nederland meer dan 120 activiteiten of informatiebijeenkomsten voor (groot)ouders en (professionele) opvoeders en hun ukkies om hen te ondersteunen bij de mediaopvoeding.
Uit het onderzoek, uitgevoerd met hogeschool Windesheim, blijkt dat jonge kinderen gemiddeld 106 minuten per dag achter de tablet, smartphone of tv zitten. In 2012 was dit nog 90 minuten. Van de kinderen tussen de 0 en 6 jaar is 30 tot 50% zelfstandig bezig met digitale verhaaltjes, educatieve applicaties, avonturenspelletjes en YouTubefilmpjes of bekijkt programma’s. Ook die percentages waren beduidend lager in 2013 en 2014. Ouders zijn media meer gaan waarderen als hulp bij de opvoeding van hun jonge kind en zetten media steeds vaker in als zoethouder, beloning of voor ontspanning – zo blijkt uit de review.
Zoethouden
Ook uit een recente enquête, gehouden onder het Landelijk Ouderpanel van Stichting Opvoeden.nl, blijkt dat de helft van de ouders media inzet als ze bijvoorbeeld bezig zijn met een huishoudelijke taak zoals koken. Verder zetten ouders media bij hun kleine kinderen in als ‘lokkertje’ om het bordje leeg te eten, maar ook om samen te ontspannen, of als hun kind vermoeid of ziek is.
Peter Nikken, hoogleraar Mediaopvoeding en lector Jeugd en media bij hogeschool Windesheim: “Het is in de moderne drukke tijd begrijpelijk dat ouders hun kinderen al op jonge leeftijd met makkelijk te gebruiken smartphones of tablets zoethouden. Maar we weten ook uit onderzoek dat veel direct contact met de (groot)ouders en het ontdekken van de echte driedimensionale wereld heel belangrijk zijn voor de ontwikkeling. Het is daarom van belang om ouders te informeren over goed mediagebruik in huis. Gebruik media vooral samen en niet als surrogaat in de opvoeding. Veel media gebruiken op jonge leeftijd verhoogt de kans op veel gebruik op oudere leeftijd, en kan een minder goede ontwikkeling tot gevolg hebben”.
Onvoldoende onderdeel van opvoedinformatie
Mediaopvoeding maakt nog niet altijd vanzelfsprekend onderdeel uit van de opvoedinformatie, zo blijkt uit een veldscan onder een tiental professionals, verricht door het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) in opdracht van het Netwerk Mediawijsheid. Volgens de veldscan, stellen ouders vooral indirecte vragen over de mediaopvoeding van hun kinderen. En dat vraagt om een proactieve houding van professionals op het gebied van mediaopvoeding. Dit is soms lastig, omdat niet alle professionals er zelf niet mee zijn opgegroeid, de kennis en ontwikkelingen op dit gebied snel gaan en het vinden van goede informatie soms wat sprokkelwerk vraagt.
Daarnaast blijkt uit de interviews dat de beschikbare kennis lastig te vertalen is naar de praktijk en dat er meer behoefte is aan tastbare tools om gesprekken met ouders over mediaopvoeding te vergemakkelijken. Verder geven ze aan graag een eenduidige boodschap aan ouders te willen geven. Een richtlijn kan hier mogelijk bij van pas komen.