Een licht verstandelijke beperking (lvb) of zwakbegaafdheid bij kinderen kun je meestal niet aan iemands uiterlijk herkennen. Ze worden overschat en overvraagd en dat kan allerlei negatieve gevolgen hebben. Maar hoe herken je een lvb of zwakbegaafdheid bij kinderen? Een speciale handreiking biedt hulp.
In de Handreiking vroegsignalering van een lvb en zwakbegaafdheid, die een upgrade heeft gekregen, benadrukt het Netwerk Gewoon Meedoen (dat bestaat uit onder andere Ieder(in), MEE NL en de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland) dat vroegsignalering heel belangrijk is. ‘Hoe eerder een lvb/zwakbegaafdheid herkend wordt, hoe meer problemen op latere leeftijd kunnen worden voorkomen.’ Om professionals te helpen signalen van lvb en zwakbegaafdheid te herkennen, zijn in de handreiking bronnen gebundeld die informatie geven over de normalen of gemiddelde ontwikkeling van kinderen, screeningsinstrumenten beschreven die ontwikkelingsachterstanden en indirecte kenmerken in kaart brengen en instrumenten verzameld voor verdiepende diagnostiek naar een lvb en zwakbegaafdheid.
Niet zichtbaar
‘Het belangrijkste kenmerk van een lvb/zwakbegaafdheid is dat het aan het uiterlijk meestal niet te zien is. Dit maakt het lastig om een lvb/zwakbegaafdheid te herkennen. Toch zijn er signalen in het kind, jongere of (jong)volwassene die direct kunnen wijzen op een lvb/zwakbegaafdheid. Maar ook andere kenmerken, zoals probleemgedrag van een jeugdige of problemen in de gezinssituatie, kunnen indirect wijzen op een mogelijke lvb/zwakbegaafdheid in een jeugdige of (jong)volwassene’, meldt de handreiking.
Directe signalen
In de handreiking is te lezen dat er een aantal directe signalen zijn die kunnen wijzen op een lvb of zwakbegaafdheid. Voorbeelden daarvan zijn achterblijvende conceptuele vaardigheden, zoals kunnen lezen, schrijven en rekenen, achterblijvende sociale vaardigheden zoals communicatieve vaardigheden en het oplossen van sociale problemen en achterblijvende praktische vaardigheden. Daarnaast kan ook een IQ-score iets zeggen over een mogelijke lvb of zwakbegaafdheid. Een IQ tussen de 50 en zeventig duidt op een lvb, een IQ tussen de 70 en 85 duidt op zwakbegaafdheid. Maar, zo stelt het Netwerk Gewoon Meedoen, een IQ-test is geen ‘robuust gegeven’. Het is slechts een momentopname. ‘Een IQ-score zegt ook niet genoeg om te bepalen hoeveel en welke ondersteuning iemand met een LVB/zwakbegaafdheid nodig heeft. Inzicht in het sociaal aanpassingsvermogen van iemand en de (sociaal-)emotionele ontwikkeling zeggen hier wel meer over en komen mede daarom steeds meer centraal te staan in het bepalen van de ondersteuning.’
Indirecte signalen
Naast directe signalen, kunnen ook indirecte signalen wijzen op een lvb of zwakbegaafdheid. ‘Dat zijn problemen of omstandigheden die vaker geconstateerd worden bij jeugdigen/(jong)volwassenen met een lvb/zwakbegaafdheid, maar dus niet direct wijzen op een lvb/zwakbegaafdheid.’ Voorbeelden van indirecte signalen kunnen zijn dat kinderen in emotioneel opzicht jonger zijn dan leeftijdsgenootjes, dat ze moeite hebben met het geven van selectieve aandacht en dat logisch nadenken minder vanzelfsprekend voor ze is.
In de handreiking staan verschillende screeningsinstrumenten die helpen bij het vaststellen van een lvb of zwakbegaafdheid. Waaronder:
- Een overzicht van kindvolgsystemen voor de voorschoolse periode
- Observatielijst Puk & Ko voor peuters
- De KIPPPI-methode voor psychosociale problemen bij kinderen
- Beoordeling Sociaal Aanpassingsvermogen (BSA)