Kinderen met een stoornis in de taalontwikkeling (TOS) hebben moeite met het gebruiken van taal. De kinderopvang is een belangrijke plek voor het signaleren en doorverwijzen van deze kinderen voor diagnostiek of passende behandeling. Ook kan de kinderopvang zelf een betekenisvolle rol vervullen in het goed begeleiden van kinderen met een TOS op hun groep.
Hoe kan je als professional in de kinderopvang kinderen met een stoornis in de taalontwikkeling (TOS) en hun ouders optimaal begeleiden? Deze vraag stond centraal in Deelkracht, een onderzoeksprogramma van Auris, Kentalis en de NSDSK.
Uit het onderzoek onder 394 pedagogisch professionals blijkt dat 44% de afgelopen drie jaar kinderen met TOS op de groep hebben gehad. TOS is bij de meesten (91%) wel een bekende term, maar 45% van hen vindt zelf er te weinig kennis van te hebben. Zo weet 30% van de pedagogisch professionals niet dat kinderen met TOS laat gaan praten en denkt 20% van de professionals onterecht dat meertaligheid kan leiden tot TOS.
Veel professionals geven aan het nodig te vinden dat er meer aandacht voor TOS komt en wensen zelf graag betere scholing op dit vlak. Er is zowel behoefte aan meer theoretische als praktische kennis over hoe je de stoornis kunt signaleren of hoe je deze kinderen kunt ondersteunen. Qua vorm is er zowel behoefte aan informatiebijeenkomsten of praktijkgerichte workshops als aan ‘coaching on the job’.
Veel respondenten geven aan dat kinderen met TOS een minder goed welbevinden hebben, minder goed kunnen communiceren met andere kinderen en minder goed kunnen meedoen met de dagelijkse gang van zaken. Meer specialistische ondersteuning is volgens de meeste respondenten (86%) dan ook nodig.
bron : vakbladvroeg