Baby’s blijken taalpatronen in kinderliedjes en -versjes te herkennen. Zo zijn ze gevoelig voor rijm en frasen, oftewel zinsdelen en hele zinnen. Dit vergroot onder andere hun woordenschat. Vooral rijmpjes kunnen een positieve uitwerking hebben op de taalontwikkeling van baby’s.
Dat blijkt uit promotieonderzoek van Laura Hahn aan de Radboud Universiteit. Zij ontdekte dat bepaalde taalpatronen invloed hebben op het babybrein. Deze kennis is belangrijk voor het begeleiden van kinderen in hun taalontwikkeling.
Hahn liet aan baby’s, op schoot bij hun ouders, allerlei kinderliedjes en rijmpjes horen. Met een wetenschappelijke methode registreerde zij de hoofdbewegingen en voorkeursreacties. Dit maakte duidelijk of baby’s zich bewust zijn van het verschil in losse woorden en hele zinnen in kinderliedjes. Hieruit bleek dat baby’s meer interesse hebben in liedjes of versjes met frasen. Bij liedjes of versjes met vooral losse woorden haakten ze al snel af.
Grotere woordenschat
Taalontwikkelingsstoornis
Ook denkt Hahn dat meer aandacht geven aan rijm en liedjes met frasen nuttig kan zijn in de ontwikkeling van kinderen met een taalontwikkelingsstoornis of bij kinderen die een meertalige opvoeding krijgen. Op jonge leeftijd gewend raken met taalpatronen, zoals rijm en frasen, kan helpen om taal machtiger te worden. Verder onderzoek zal moeten uitwijzen hoe poëzie en bepaalde muziek op kinderdagverblijven, in het onderwijs en thuis precies in te zetten is bij het stimuleren van de taalontwikkeling, stelt Hahn.
Bron: kinderopvangtotaal.nl vakbladvroeg