Kijken, kletsen, zoeken, vinden, benoemen, beschrijven. Vertellen waar je zelf bent geweest of welke plek jij zou willen innemen in een verhaal zonder woorden. Het kan allemaal in een kijk- en zoekboek. En ze zijn er voor alle leeftijdsfases van het jonge kind.
Voorlezen beginnen we vaak met boekjes met samen kijken naar één silhouet of gekleurd figuur per pagina, omdat baby-ogen vooral grote verschillen kunnen onderscheiden. Naarmate een kindje ouder wordt, volgen boeken waarin voorwerpen een hun naam krijgen. Ze zijn gesorteerd op onderwerp, kleur of vorm. Ook dan blijft het plezier samen te genieten van een intiem moment. Want uiteindelijk gaat het niet over of het verbaal lerende kind het woord weet of goed uitspreekt, of het juiste dierengeluid imiteert, maar om het samen op avontuur gaan. Voor peuters zijn de onderwerpen vaak dicht bij huis: in huis, de speeltuin, de boerderij of het treinstation. Ze sluiten aan bij het concrete denk- en spelniveau dat zich in deze fase ontwikkelt, waarin kinderen vaak alledaagse bezigheden die ze zien imiteren.
Weer een fase verder, als peuters al een grotere woordenschat hebben, komen de echte zoekboeken in beeld. De boeken waar je op elke bladzijde dezelfde personages of figuren moet zoeken. Of de boeken waar de plaatjes in de kantlijn staan en je de hele collectie in het grote beeld moet vinden. Dit vraagt aandacht, concentratie, maar ook vieren en delen als het gelukt is. Ook hier zijn de onderwerpen vaak nog van alledag, maar worden minder concrete zaken als de seizoenen, een plein of een park als startpunt toegevoegd. Zo genoot ik van de serie van Rotraut Susan Berner, die steeds dezelfde platen vulde met mensen, gebeurtenissen en dingen uit elk seizoen, bijvoorbeeld in ‘Leve de lente’.
‘Waar is Wally’ is het ultieme zoekboek, waar ook oudere kinderen en volwassenen zich eindeloos in kunnen verliezen. De vraag die de titel oproept is er eentje die velen zich gesteld hebben en die perfect de thematiek van dit kijk- en zoekboek samenvat. Naarstig zoeken naar Wally en zijn vrienden. Kijken of je ook die draak, narcis of schatkist nog kunt vinden. En de kriebel in je buik als hij na driftig scannen, ineens tevoorschijn komt uit de massa.
Mooi vind ik ook het uitgebreidere ‘Pierre de doolhofdetective’, waarin je niet alleen Pierre, de dief en andere personages en materialen moet zoeken, maar je je ook een weg moet banen door een doolhof naar de volgende pagina.
Het ultieme zoekboek voor alle leeftijden is voor mij ‘Alfabet’ van Charlotte Dematons. Zij plaatst in een boek, waarin alle 26 letter voorkomen, met veel zorg afbeeldingen van woorden die met deze letter beginnen. En dat zijn simpele woorden als broccoli en bikini, die op hun beurt weer verbonden worden in afbeeldingen. Er zijn voor de hand liggende en moeilijke woorden en zo is er op zo’n plaat voor iedereen iets te zoeken. Als je denkt dat je alles hebt gevonden, kun je de woordenlijst op de bijbehorende site checken en misschien nog meer woorden leren.
Kijk- en zoekboeken zijn van alle tijden en alle leeftijden. Daarom is het haast onmogelijk het ultieme zoekboek aan te wijzen. Want elke leeftijd heeft een eigen manier van kijken en zoeken.
Mori van den Bergh is kinder- en jeugdpsychiater bij KOOS Utrecht en IMH-specialist.
bron : vakbladvroeg