Huid-op-huidcontact direct na de bevalling kan de sterfte bij zuigelingen met een zeer laag geboortegewicht met 25 procent verminderen. Dit betekent dat de ‘Kangoeroemethode’ één van de meest effectieve manieren is om kindersterfte wereldwijd te voorkomen. Dat blijkt uit onderzoek in lage- en middeninkomenslanden. Het onderzoek vond plaats op initiatief van onderzoekers van het Karolinska Institutet en is gepubliceerd in The New England Journal of Medicine.
De nieuwe studie, gefinancierd door de Bill & Melinda Gates Foundation en geleid door de WHO, heeft onderzocht of onmiddellijke Kangaroo Mother Care, de ‘Kangoeroemethode’, na de bevalling leidt tot betere overlevingspercentages voor zuigelingen met een geboortegewicht van 1 tot 1,8 kg in lage- en middeninkomenslanden. En de sterfte van prematuren kan verminderen. Het onderzoek vond plaats in vijf universitaire ziekenhuizen in Ghana, India, Malawi, Nigeria en Tanzania, waar de mortaliteit van deze baby’s, voorafgaand aan het onderzoek, varieerde tussen 20 en 30 procent.
Beginnen voordat baby stabiel is
De huidige aanbeveling van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is dat huid-op-huidcontact moet beginnen zodra een baby met een laag gewicht voldoende stabiel is. Voor baby’s die bij de geboorte minder dan 2 kg wegen duurt dat normaal gesproken enkele dagen. “Het idee om direct na de bevalling huid-op-huidcontact te geven aan zeer kleine, onstabiele baby’s, stuitte op behoorlijk sterke weerstand”, zegt Nils Bergman , arts en onderzoeker bij het Department of Women’s and Children’s Health , Karolinska Institutet, Zweden. “Maar ongeveer 75 procent van de sterfgevallen vindt plaats voordat de baby als voldoende stabiel is beoordeeld.”
17 uur huid-op-huid contact per dag
In het onderzoek wees men 3.211 baby’s willekeurig toe aan twee groepen. De ene groep kreeg huid-op-huidcontact en bleef op de neonatale afdeling, waar de moeders ook hun medische zorg kregen. Een controlegroep ontving de standaardzorg. Zodra de baby’s voldoende gestabiliseerd waren, werden moeders en baby’s uit beide groepen overgeplaatst naar de reguliere KMC-unit. Gedurende de eerste 72 uur kregen de zuigelingen in de kangoeroegroep ongeveer 17 uur huid-op-huidcontact per dag, vergeleken met 1,5 uur in de controlegroep.
De sterfte tijdens de eerste 28 dagen was 12 procent in de kangoeroegroep vergeleken met 15,7 procent in de controlegroep, wat overeenkomt met een reductie van 25 procent. Ook waren er significant minder baby’s in de kangoeroegroep met een lage lichaamstemperatuur of bacteriële bloedvergiftiging.
Sterfte vermindert
“De belangrijkste boodschap is dat pasgeborenen met een laag gewicht direct na de geboorte huid-op-huidcontact moeten krijgen. Daarna kan moeder en kind deze zorg krijgen op een moeder-kind unit. Hier worden moeders en baby’s samen verzorgd”, zegt Björn Westrup , adviseur en onderzoeker bij de afdeling Women’s and Children’s Health, Karolinska. “Onze resultaten laten zien dat dit zorgmodel, dat op zichzelf niet veeleisend is, aanzienlijke gezondheidseffecten kan hebben.”
De onderzoekers schatten dat iKMC het potentieel heeft om jaarlijks nog eens 150.000 kleine pasgeborenen te redden. “Deze studie illustreert dat kangoeroe-moederzorg het potentieel heeft om veel meer levens te redden wanneer het onmiddellijk na de geboorte wordt gestart. Dit is een bevinding die relevant is voor landen van alle inkomensniveaus.”
De WHO wil op basis van de nieuwe studie haar huidige aanbevelingen rond kangoeroezorg uit 2015 herzien. Zij beveelde kangoeroezorg al aan voor alle baby’s. Maar de nieuwe studie biedt belangrijk bewijs over de levensreddende rol van onmiddellijke kangoeroezorg aan onstabiele kleine baby’s.
Bron: Karolinska Instituut, Solna, Zweden , vakbladvroeg
Lees hier het oorspronkelijke artikel >>
Vertaling: Vakblad Vroeg