Ingrijpende aanpassingen zijn nodig om het concept-ontwerp van het nieuwe kinderopvangstelstel uitvoerbaar te maken, blijkt vandaag uit een kamerbrief van (demissionair) minister Van Gennip. Uit impactanalyse van de vier gezamenlijke uitvoerders, in opdracht van het ministerie van SZW, blijkt dat het concept-stelselontwerp in de huidige versie niet uitvoerbaar is. Een belangrijke reden daarvoor is de onmogelijkheid om de arbeidseis voor tien tot twintig procent van de ouders geautomatiseerd te kunnen toetsen.
‘Het aanleveren van bewijs voor het voldoen aan de arbeidseis betekent voor een deel van de ouders dat ze veel handelingen moeten verrichten, wat risico’s met zich meebrengt. Om dit te beperken is het belangrijk dat voor ouders duidelijk is welke verantwoordelijkheden ze hebben’, zeggen de vier uitvoerders (externe onderzoeksbureaus, Sociaal Cultureel Planbureau, Centraal Planbureau en het Waarborgfonds & Kenniscentrum Kinderopvang) in hun gezamenlijke impactanalyse.
Twee andere redenen waarom het concept stelsel niet zou voldoen, zijn de hoge eisen aan de kinderopvangorganisaties om tijdig de juiste gegevens aan te leveren en het alleen achteraf kunnen constateren van onrechtmatigheden. Voor het maken van de impactanalyse hebben de uitvoerders gelet op doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid.
Drie jaar
‘De gemaakte keuzes zijn op zichzelf logisch’, stellen ze, ‘maar dit alles vergt een fors uitvoeringsapparaat, waarbij de gewenste financiële zekerheid vooraf niet helemaal wordt bereikt, niet alles geautomatiseerd en met snelle beslistermijnen kan worden afgedaan. En de vaststelling blijft kwetsbaar voor misbruik en oneigenlijk gebruik.’ De uitvoerders schatten dat er door de complexiteit en de benodigde ICT-realisatie nog zeker drie jaar nodig is na aanvaarding van het wetsvoorstel.
Gefaseerde invoering
‘De eisen moeten voor kinderopvangorganisaties werkbaar zijn’, zeggen de uitvoerders: ‘Ongeacht de toekomstige inrichtingskeuzes is het waardevol om in ieder geval op het gebied van rechtmatigheid verschillende opties te verkennen. Gefaseerde invoering helpt hier mogelijk ook om kinderopvangorganisaties meer tijd geven voor het voldoen aan administratieve eisen.’
Toename organisatiekosten
Het Waarborgfonds & Kenniscentrum Kinderopvang concludeert uit een andere, eigen impactanalyse dat het concept-stelselontwerp ;onder voorwaarden’ uitvoerbaar is voor alle kinderopvangorganisaties: ‘Belangrijke voorwaarde is volgens het waarborgfonds dat de sector vroegtijdig wordt meegenomen in de voorgenomen wijzigingen en daarbij ondersteuning krijgt, met name kleinschalige organisaties. Ze verwachten dat voor alle organisaties de organisatiekosten toenemen.’
Eenvoudiger
‘De kinderopvangtoeslagaffaire heeft pijnlijk duidelijk gemaakt dat het stelsel eenvoudiger moet worden en dat er meer financiële zekerheid voor ouders nodig is. Door de val van het kabinet kan er nu geen nieuw stelsel meer worden ingevoerd, maar er is veel kennis opgedaan waarmee een volgend kabinet verder kan’, opent de brief van minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de Tweede Kamer, ook namens de ministers Paul voor Primair en Voortgezet Onderwijs en Dijkgraaf van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en staatssecretaris De Vries (Toeslagen en Douane).
‘Als een leraar een dag extra gaat werken en dan ook opvang voor zijn kinderen afneemt, blijft er per extra verdiende euro 9-28 cent over.’
Voorbeeld in de kamerbrief van de problemen met de inkomenssafhankelijkheid van de kinderopvangtoeslag:
Een leraar zonder jonge kinderen houdt aan een extra dag werken netto 41- 47 cent van iedere extra verdiende euro over. Dat is vergelijkbaar met wat de meeste werkende Nederlanders overhouden als zij besluiten om meer uren te werken.
Als deze leraar jonge kinderen heeft, houdt deze aan een extra dag werken netto 31-43 cent van iedere extra verdiende euro over door de inkomensafhankelijkheid van de kinderopvangtoeslag. Als een dag extra werken ook een dag extra opvang betekent blijft er per extra verdiende euro 9-28 cent over. Dit laat zien dat de kosten voor kinderopvang een groot beslag op het extra verdiende inkomen leggen.
Keuzes
Van Gennip sluit haar brief af door te zeggen dat de analyses verschillende aandachtspunten opleverden, waar een volgend kabinet keuzes in zal moeten maken. Zo zal een nieuw kabinet moeten beslissen of de vergoeding voor werkende ouders is of dat deze voor iedereen beschikbaar wordt. Ook zijn er tussenvarianten denkbaar waarbij bijvoorbeeld alle peuters een aantal dagen toegang krijgen. Daarnaast ligt de vraag voor of de hoogte van de vergoeding afhankelijk moet zijn van het inkomen en hoe de financiering precies wordt ingericht. De optelsom van deze keuzes en uitvoeringsvragen zal leiden tot alternatieven voor het huidige stelselontwerp.
Op 28 september 2023 is er een commissiedebat Kinderopvang.
Lees ook: Karien van Gennip: ‘Kinderopvangmedewerkers willen méér werken, maar ook meer invloed’
bron : kinderopvangtotaal