Voor Vakblad Vroeg bespreekt Mori van den Bergh in een column eens per maand een prentenboek voor jonge kinderen en hun ouders.
Veel kinderen hebben een bedritueel van eerst je tanden poetsen, dan voorlezen en dan slapen. Het voorleesverhaaltje heeft vaak op allerlei vlakken herhaling in zich, variërend van lange tijd elke dag hetzelfde boekje tot de herhalende patronen in de boekjes zelf. Ze dragen allemaal bij aan het vertrouwen dat je ook deze nacht weer met een gerust hart je ogen dicht kan doen.
Ik bespreek vandaag twee van mijn favoriete klassiekers- mooie kraamcadeaus: ‘Raad eens hoeveel ik van je hou’ en ‘Welterusten… Kleine Beer’. Grote Beer neemt Kleine Beer mee de donkere nacht in als hij bij het bedritueel laat weten bang te zijn. In het Hazenboek staat de liefde voor elkaar centraal.
In ‘Raad een hoeveel ik van je hou’ moet Hazeltje gaan slapen, maar dat doet hij niet voor hij iets heel belangrijks in het oor van Grote Haas heeft gefluisterd: ‘Raad eens hoeveel ik van je hou?’. Grote Haas is benieuwd. Maar hoe groot Hazeltje zijn liefde ook beschrijft, Grote Haas weet altijd iets groters te verzinnen. Net voor zijn oogjes dichtvallen denkt Hazeltje het te weten… Het allergrootste wat er is: ‘ik hou van jou tot aan de maan’ zegt hij net voordat hij zijn oogjes sluit. En Grote Haas….
In ‘Welterusten…Kleine Beer’ brengt Grote Beer Kleine Beer naar bed na een dag spelen in de sneeuw. Als hij neerploft in zijn stoel met een boek, hoort hij kleine beer. ‘Kun je niet slapen Kleine Beer?’ vraagt hij. ‘Ik ben bang’ zegt Kleine Beer. Kleine Beer is bang voor het donker. Maar wat Grote Beer ook doet om het lichter te maken in het donkere hol, slapen kan Kleine Beer niet. Want als het binnen helemaal licht is, ziet hij ineens hoe donker het buiten is. En dan doet Grote Beer iets heel bijzonders, hij neemt Kleine Beer mee naar het grote enge donker. Daar laat hij Kleine Beer iets zien, waarvan zijn oogjes dichtvallen en hij heerlijk kan slapen.
In beide boeken hebben een kind en een ouder in hun eigen slaapritueel. De Hazen zitten gezellig in elkaars oor te fluisteren en laten speels zien hoeveel ze van elkaar houden. Op hun beurt zitten de Beren wat meer in een ouder-kindrelatie, waar vermoeidheid bij komt kijken. Het kind doet na het avondritueel niet helemaal wat de ouder verwacht. Want waar Grote Haas er nog een spel van kan maken, moet Grote Beer wel zuchten en loopt hij sloffend naar het bed als Kleine Beer weer roept omdat hij niet kan slapen. Grote Beer probeert eerst de angst van Kleine Beer op te heffen door meer licht aan te steken. Maar als hij beseft dat hij niet de hele wereld kan verlichten, gooit hij het over een andere boeg. En precies dát maakt het boek zo ontroerend mooi, want dat is wat we vaak niet meer kunnen als we als ouders wanhopig proberen ons kind in slaap te helpen.
Welterusten… Kleine Beer
Martin Waddel & Barbara Firth
Uitgeverij Lemniscaat Rotterdam
Raad eens hoeveel ik van je hou?
Sam Mc Bratney & Anita Jeram
Uitgeverij Lemniscaat Rotterdam
bron : vakbladvroeg