Verwijzing van het consultatiebureau naar de tandarts werkt. De opkomst is beduidend hoger en de jonge kinderen hebben minder gaatjes. Dit volgt uit onderzoek naar de GigaGaaf!-methode, waarop Ashley Verlinden recent promoveerde aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Het systeem van volledige gratis tandheelkundige voor kinderen verhindert niet dat verschillen in sociaal-economische status (SES) blijven bestaan. Kinderen met een lage SES hebben nog steeds een groter risico op een hoge cariëservaring dan leeftijdgenootjeds met een hoge SES.
GigaGaaf!
De basis van de GigaGaaf!-methode is dat ouders met hun kind vanaf het doorbreken van het eerste tandje door het consultatiebureau worden verwezen naar een mondzorgpraktijk. Daar leren de ouders hoe ze de mond van hun kind moeten onderhouden om cariës te voorkomen. De methode blijkt te werken: 54% van de kinderen die in het kader van het onderzoek naar de tandarts werd verwezen, bezocht in hun eerste levensjaar een mondzorgverlener. Van de kinderen in de controlegroep was dat maar 6%. Daarnaast bleek dat kinderen uit de onderzoeksgroep op hun vijfde zo’n 20 procent minder beginnende gaatjes hadden dan kinderen uit de controlegroep.
Twee effectieve interventies
Uit het proefschrift blijkt verder dat twee interventies effectief zijn:
- Een korte webfilm over mondgezondheidsroutines voor jonge kinderen, verspreid via welzijnsklinieken (WCC);
- Het doorverwijzen van ouders van baby’s naar een tandarts door de WCC-artsen.
Ten slotte laat het proefschrift zien dat interprofessionele samenwerking tussen WCC en tandheelkundige zorg haalbaar en veelbelovend is.
Al met al bieden deze bevindingen veelbelovende opties om de mondgezondheid van kinderen te verbeteren. Maar hoe werkt samenwerking tussen het consultatiebureau en de mondzorg nu in de praktijk?
Nieuw: praatplaat mondzorg om te helpen bij gesprek met patiënt | KNMT
Praktijkervaringen
Op verschillende plaatsen in ons land is de afgelopen jaren de nodige ervaring opgedaan met de Giga-Gaaf!-werkwijze. Hieronder kun je erover lezen. De website van KNMT licht een aantal voorbeelden uit.
Bron: knmt.nl – vakbladvroeg