Terwijl IKK, de harmonisatie, het personenregister en de VVE-eisen alle aandacht opeisen van de branche, wordt er achter de schermen hard gewerkt aan een minstens zo omvangrijk dossier: de directe financiering. Wout Slob, die namens Brancheorganisatie Kinderopvang bij de directe financiering betrokken is, vertelt wat de status is en waarom het jaar uitstel onontkoombaar was.
Er werd enigszins schouderophalend gereageerd op het uitstel van de invoering van de directe financiering. ‘Misschien maar beter zo’ en ‘Prima, we hebben onze handen nu toch vol aan IKK’ waren een paar reacties uit het veld op het besluit van staatssecretaris Tamara van Ark om de invoering van de directe financiering minimaal een jaar uit te stellen. Wout Slob, die al vanaf het eerste moment namens Brancheorganisatie Kinderopvang (BK) betrokken is bij dit dossier, weet dat de directe financiering voor veel ondernemers nog een ver-van-mijn-bed-show is. ‘Maar mensen die echt betrokken zijn bij deze omvangrijke operatie, hebben ook meer begrip voor het uitstel. Hoe verder we komen, hoe meer uitdagingen in de uitwerking er op ons pad komen. Het venijn zit hem wat dat betreft in de staart’, vertelt Slob.
Directe financiering
Met de directe financiering wordt overheidsbijdrage (voorheen: kinderopvangtoeslag) straks niet langer meer overgemaakt naar ouders, maar direct naar de kinderopvangorganisatie, nadat ouders de inkomensafhankelijke bijdrage hebben betaald. Alles verloopt via de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) waar ouders en kinderopvangorganisatie de betaling organiseren in een digitale portemonnee. In de oorspronkelijke planning zou de eerste groep ouders al vanaf volgend jaar op deze manier de kinderopvang moeten financieren. Maar omdat zorgvuldigheid boven alles gaat, heeft de staatssecretaris nu toch besloten om de hele operatie minimaal een jaar uit te stellen naar 1 januari 2020.
Systeem DUO testen
Slob vertelt wat er ondertussen achter de schermen gebeurt en hoe belangrijk het is dat niet alleen de Brancheorganisatie, maar ook Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang, BOinK, Voor Werkende Ouders en de VGOB meedenken over de uitvoering. ‘Was er drie jaar geleden, bij de totstandkoming van het akkoord voor de directe financiering, nog veel discussie, nu staan de neuzen dezelfde kant op. We hebben gezamenlijke belangen.’ Iedere vier weken komen de partijen bij elkaar om het systeem te testen dat DUO heeft gebouwd. ‘De ontwikkeling van dit systeem gebeurt in kleine stapjes, zogenaamde sprints’, vertelt Slob. Een groep ouders en kinderopvangorganisaties test het systeem en zo ontdekken Slob en zijn collega’s soms zaken die toch ingewikkelder liggen dan werd verwacht.
Kwetsbare liquiditeitspositie kinderopvang
Slob noemt een aantal grote vraagstukken die wat hem betreft hete hangijzers zijn: Het debiteurenbeheer en de daarmee gepaarde gaande kwetsbare liquiditeitspositie van ondernemers. Hij legt uit: ‘Veel kinderopvangorganisaties zijn gewend om een factuur te sturen voor de maand erop. Omdat DUO er als partij tussen zit, kan de betaling een aantal dagen vertraging oplopen. Dat levert risico’s op die niet iedereen kan dragen. Dan moet je nadenken over wat er gebeurt als ouders onvoldoende geld op hun rekening hebben om de kinderopvang te betalen en het geïnde geld weer wordt gestorneerd. Dit is een potentiële vertraging in een toch al krappe financieringsplanning. Eerder incasseren is geen optie. De meeste organisaties kiezen bewust voor een incasso rond de 25ste van de maand omdat dan het salaris uitgekeerd wordt.’
Debiteurenbeheer en privacy
Een tweede vraagstuk is het debiteurenbeheer. Stel dat er sprake is van een betalingsachterstand, mag een kinderopvangorganisatie dan weten hoeveel geld er openstaat? Nu ouders alleen hun inkomensafhankelijke bijdrage betalen, betekent dit wel dat privacygevoelige informatie over inkomen bekend wordt. Wat mag wel en wat niet? Hierover moeten duidelijke afspraken gemaakt worden.’ Over de uitdagingen voor de gastouderopvang gaat hij nog niet eens in. ‘Want daar liggen nog veel meer vragen, vooral over de kassiersfunctie en de bemiddelingskosten van gastouderbureaus en hoe dit er na de directe financiering uit moet zien.’ Zowel de BK als VGOB (Vereniging GastOuderBranche) zitten hier bovenop. Er is een specialistengroep gastouderopvang ingesteld die uitzoekt hoe de directe financiering voor de gastouderbranche vormgegeven moet worden.
Digitaal vaardige ouders
Als insider is Slob blij met een jaar uitstel om de implementatie zorgvuldig te kunnen doen. ‘Natuurlijk, zorgvuldigheid gaat boven alles. Dat vinden wij allemaal. Daarvoor is deze operatie ook veel te omvangrijk, maar we hoeven geen gas terug te nemen nu we meer tijd hebben. We komen steeds meer problemen te boven en zijn al in zo’n vergevorderd stadium beland dat ouders en kinderopvangorganisaties het systeem al kunnen testen.’ Daarvan leert Slob hoe belangrijk het is om ook steeds te denken aan de uitzonderingen. ‘Het grote voordeel is dat we te maken hebben met jonge, over het algemeen digitaal vaardige ouders. Maar dat geldt natuurlijk niet voor iedereen. Ik denk dat we alleen al voor de communicatie een jaar moeten uittrekken om dat goed neer te zetten. Niet alleen naar ouders, maar ook naar kinderopvangondernemers. Ook zij moeten rekening houden met ingrijpende veranderingen en de wetenschap dat de financiële administratie straks meer tijd zou kunnen vragen, zeker tijdens de overgangsperiode.