‘Als een kind het jou moeilijk maakt, heeft het kind het juist moeilijk’. Dat moet je steeds voor ogen houden als je te maken hebt met afwijkend gedrag, vindt orthopedagoog Niels van Delden. ‘Gedrag is een vorm van communicatie en heeft dus een functie: kinderen willen met hun gedrag iets aan jou vertellen.’
In het gedrag van een kind ligt veel verscholen. Daarvan is orthopedagoog Niels van Delden, overtuigd. Hij heeft ruime ervaring met diagnostiek en behandeling bij kinderen van nul tot zes jaar oud met een anders verlopende ontwikkeling. Niels werkt vanuit de visie van Infant Mental Health (IMH), waarbij de wisselwerking tussen omgeving, biologische factoren en de ouder-kind-relatie centraal staat. Dat betekent breed kijken naar het ontwikkelingsverloop van het kind, de ouder en belangrijke anderen.
‘Een kind bevindt zich sinds de geboorte altijd in een soort web. Het staat in verbinding met zijn of haar omgeving, zowel thuis als elders, bijvoorbeeld de kinderopvang. Via de zintuigen ervaart het kind zijn eigen lijf en neemt het de wereld in zich op. Deze informatie wordt via het brein verwerkt op zijn of haar eigen manier. Het ene kind doet dit wat sneller dan het andere kind. Ieder mensenbrein is dan ook uniek; geen enkel brein heeft dezelfde verbindingen. Als je dit weet, zul je begrijpen dat ieder kind functioneert en reageert op basis van zijn unieke ontwikkeling, eerder opgedane ervaringen en eigen innerlijke impulsen en behoeften. Als een kind anders handelt dan wij binnen onze maatschappij als normaal beschouwen, wordt dit algauw ongewenst gedrag genoemd. Ik spreek liever over afwijkend gedrag. Al roept dat gelijk de vraag op: wat is normaal gedrag? En wat is afwijkend? Dat is immers ook voor iedereen anders.’
‘Al het gedrag dat een kind laat zien, is een vorm van communicatie’
Signaal
Wat afwijkend gedrag is, doet er voor Niels eigenlijk niet toe. Waar het wat hem betreft vooral om gaat: al het gedrag dat een kind laat zien, is een vorm van communicatie. Het kind wil met zijn gedrag eigenlijk iets aan jou als pedagogisch medewerker vertellen / vragen / duiden, meent hij. ‘Als je er op die manier naar kijkt, zie je dat gedrag een belangrijke functie heeft. Een kind geeft een signaal af. Dat het de situatie of zijn wereld niet begrijpt. Met zijn gedrag kan het kind laten zien dat het niet goed met hem of haar gaat. Vaak door het tonen van afwijkend gedrag: boosheid, irritatie, agressie, angstig, uitdrukkelijk aanwezig of juist stil in een hoekje weggekropen. Kunnen we dat het kind verwijten? Nee, vind ik. Het kind uit zich op zo’n manier zoals hij het heeft aangeleerd, meegekregen uit zijn cultuur of heeft afgekeken in zijn omgeving. Van zijn ruziemakende ouders bijvoorbeeld.’
We staan er nog te weinig bij stil dat gedrag een middel is om te communiceren en dat het wordt aangeleerd vanuit de ouder-kind-relatie en interactie, aldus Niels. ‘Soms ligt gedrag van kinderen bijvoorbeeld verscholen in problematiek tussen de ouders, door stress in de zwangerschap of een angstige moeder die zich op die manier ook opstelt richting haar kind. Dat kan ertoe leiden dat kinderen regulatieproblemen laten zien, bijvoorbeeld vaak huilen, slaapproblemen hebben of moeite hebben met eten. Puur uit het gevoel van onveiligheid.’
‘Zie het gedrag als signaal’
Eigen ervaringen
Krijg je als pedagogisch medewerker te maken met opvallend gedrag, beschouw het kind dan niet als lastig of irritant, maar heb oog en oor voor wat er eventueel kan spelen in de gezinssituatie, tipt Niels. ‘Als je voor ogen houdt dat een kind op dat moment met jou communiceert, lukt het je waarschijnlijk beter om niet gelijk te oordelen of stelling te nemen, maar te kijken naar het gedrag: wat wil het kind me duidelijk maken? Zie het gedrag als signaal. Is het kind echt vervelend, of vertelt het aan jou dat het niet goed met hem gaat?’
‘Als je moeite hebt met bepaalde kinderen op de groep, kan dat ook gedreven worden door jouw eigen ervaringen. Heb je bijvoorbeeld in je eigen jeugd te maken gehad met een dominante vader, dan is de kans groot dat je sneller zult ingrijpen bij bazig gedrag door kinderen. Je wordt als het ware getriggerd in je reactie door ervaringen uit het verleden. Dat overkomt trouwens iedereen, en dat is helemaal niet erg, maar het is wel belangrijk dat je je daarvan bewust bent. Is dat kind echt vervelend, of roept het gedrag iets op bij jou?’
Op pauze
Hoe begin je met anders naar gedrag te kijken? Stap 1 is bewustwording. Hoe kijk ik naar gedrag en hoe ga ik daarmee om? Jouw eigen gemoedstoestand speelt daarbij ook rol. Heb je veel aan je hoofd, spelen er dingen in het team of in de privésferen dan speelt dat door in je werk, in je reactie op de kinderen. ‘Druk af en toe op de pauzeknop, check bij jezelf hoe je erin staat deze dag en deel dat met je collega’s’, raadt Niels aan. ‘Ook als je moeite hebt met het gedrag dat een kind vaak vertoont. Maak het bespreekbaar binnen het team. Als collega’s op de hoogte zijn, kunnen zij bijspringen op het moment dat een kindje jou triggert.’
‘Realiseer je dat een kind wellicht ook iets anders zou kunnen bedoelen met zijn of haar gedrag. Check de thuissituatie, weet wat er speelt. Misschien is er een broertje of zusje geboren waardoor het kind thuis minder aandacht krijgt en het op de groep opeist? Of heeft het kind een slechte nacht gehad? Weet waar een kind plezier aan beleeft, zoek de verbinding en bouw samen een relatie op. Geef het kind regelmatig 1-op-1 aandacht en zorg voor succeservaringen. Maar het belangrijkste is: welk gedrag het kind ook laat zien, keur het kind nooit af.’