Ruzie maken waar een baby bij is of een aantal heftige operaties ondergaan als baby. Allemaal ervaringen waarvan vaak wordt gezegd ‘dat krijgen ze toch niet mee’ of ‘dat snappen ze nog niet’. Maar uit onderzoek blijkt dat baby’s meer meekrijgen dan we denken. Hoe werkt dit precies? Wat heeft dit voor gevolgen voor het kind? En hoe kun je hierop inspelen?
Onderzoek van de universiteit van California toonde aan dat baby’s van 6 maanden al heel gevoelig zijn voor gebarentaal. Ze hebben door dat je met ze communiceert, ook al praat je er niet bij. Uit ander Amerikaans onderzoek bleek dat baby’s van 10 maanden al woorden kunnen koppelen aan voorwerpen die ze interessant vinden. Ze reageren bijvoorbeeld op ‘speen’, ‘beer’ of ‘eten’.
Baby’s voelen aan
‘Baby’s stemmen op allerlei manieren af op hun omgeving,’ vertelt Claudine Dietz, klinisch psycholoog en Infant Mental Health specialist van OuderKindLijn. ‘Dat doen ze de eerste tijd niet via taal, maar op andere manieren. Bijvoorbeeld via gevoel, geuren, tast en beweging. Volwassenen zijn dit vaak verleerd: zij zitten meer in hun hoofd en daardoor krijgen ze dat soort prikkels minder binnen of ze zijn zich er niet van bewust.’
Claudine ziet ‘begrijpen’ dan ook niet als het begrijpen van taal, maar meer als aanvoelen: baby’s voelen energie, spanning en sfeer aan. ‘Ze slaan die ervaringen op in hun lichaam. Ik zie het in mijn werk bijvoorbeeld bij baby’s die trauma’s hebben opgelopen. Een voorbeeld is een kind dat als baby ingrijpende operaties heeft ondergaan, wat zich later kan uiten als onrust. En soms reageren baby’s die in een couveuse hebben gelegen, sterk op fel licht. Ze hebben dit goed meegekregen en worden getriggerd door de herinnering.’
Meer impact op baby’s
Naarmate ze ouder worden, ontwikkelen kinderen coping. Dat betekent dat ze manieren vinden om om te gaan met wat er gebeurt, om zichzelf gerust te stellen. Baby’s hebben daar nog volwassenen voor nodig. ‘Daardoor doen gevoelens en onveilige situaties veel met zulke jonge kindjes, bijvoorbeeld ruziënde volwassenen. We denken vaak dat baby’s dit niet meekrijgen of opslaan, maar het heeft op hen juist meer impact,’ vertelt Claudine.
Op de babygroep
Op het kinderdagverblijf krijgen baby’s ook van alles mee, zoals onrust op de groep of spanning tussen medewerkers of ouders. Als collega’s niet goed met elkaar kunnen samenwerken, dan voelen baby’s dit aan. Vooral baby’s bij wie er thuis veel spanning is en die hier dus ervaring mee hebben, zijn er hyperalert op. Had een baby niet zo’n goede dag op de kinderopvang, zijn er zorgen of is de overdracht om een andere reden negatief beladen, dan kan de baby dit ook meekrijgen. ‘Het is de vraag wat je daarmee doet’, vertelt Claudine. ‘In mijn praktijk betrek ik de baby’s ook bij lastige onderwerpen. De gedachte hierachter is dat ze de ingewikkelde onderwerpen toch al meekrijgen en dat het juist rust kan bieden om er woorden aan te geven. Zo ervaar je samen, met ouder en kind, meer rust.’
Triggers
Natuurlijk krijgt de ene baby meer mee dan de andere. Sommige kinderen zijn gevoeliger voor omgevingsprikkels dan anderen en zullen daardoor sneller huilen. Er zijn kinderen die situaties hebben meegemaakt of trauma’s hebben opgelopen, waardoor bepaalde prikkels triggers zijn. Andere kinderen reageren weer minder op diezelfde prikkels. ‘Het is goed om je daar bewust van te zijn. Door baby’s te observeren, kun je erachter komen hoe het met ze gaat en waar ze op reageren.’
bron : kinderopvangtotaal