Niet gaan slapen of doorslapen heeft grote gevolgen voor het welbevinden van het kind. “Eén van de oorzaken kan in de zintuiglijke prikkelverwerking liggen”, geeft Monique Thoonsen aan. “Kinderen kunnen over- of onderprikkeld zijn. Bij de eerste groep is het lastig om voldoende te ontspannen, terwijl onderprikkelde kinderen te druk kunnen zijn om zich over te geven aan slaap. Deze twee groepen kinderen hebben elk een eigen aanpak nodig.”
Alle kinderen hebben hun eigen prikkelverwerking. En die beïnvloedt het slaapgedrag, legt Monique Thoonsen uit. “Neem onderprikkelde kinderen. Die gaan vaak meer prikkels opzoeken en daardoor druk gedrag vertonen. Gebeurt dat ook ’s avonds, dan is het lastig om voldoende tot rust te komen om stil te blijven liggen en in slaap te kunnen vallen.” Bij overprikkelde kinderen speelt het tegenovergestelde. “De opeenstapeling van prikkels gedurende de dag zorgen voor veel spanning. Dit maakt het voor hen moeilijk om te ontspannen en in slaap te kunnen vallen.”
Alertheid dempen
Wat zijn de ingangen om het slaapgedrag van deze kinderen te verbeteren? “Het volgen van een vaste routine is heel belangrijk”, benadrukt Monique. “Je vertelt daarmee het zenuwstelsel dat alle prikkels hetzelfde zijn, dat er geen nieuwe dingen meer gebeuren. Nieuwe dingen zijn voor het zenuwstelsel namelijk een signaal dat een verhoogde alertheid nodig is. Dat wil je voorkomen. Wanneer je avond aan avond dezelfde prikkels gaat aanbieden, in dezelfde volgorde, zijn dat allemaal signalen dat er niets interessants gebeurt en dat alertheid niet nodig is. Je ‘wiegt’ daarmee het lichaam in slaap. Variatie tussen verzorgers is daarbij prima, de ene zet een rustig muziekje op, de ander zingt een liedje. Maar de volgorde van pyjama aan, tanden poetsen, plassen, verhaaltje, dat houd je wel hetzelfde.”
Aandachtspunten
Verder is het aan te raden om meerdere strategieën paraat te hebben als zorgverlener, om adviezen te kunnen geven die de nachtrust kunnen verbeteren. “Ieder kind is immers uniek. Probeer een routine uit en geef het even de tijd om in te slijten. Kijk of na een week of twee à drie of het slaapritme verbeterd is. Is dat niet zo? Dan kies je voor een andere routine en probeer je dat weer een tijd uit.”
Verdieping
Tijdens de 2021-editie van het online congres Slaapproblemen bij jonge kinderen geeft Monique een presentatie over het verbeteren van het slaapgedrag van onder- en overprikkelde kinderen. Ze heeft dan een opmerkelijke binnenkomer. “Ik start de lezing met de slaaproutine van mijn eigen zoon. Lange tijd stoeide hij als laatste activiteit voor het slapen gaan met zijn vader. Tot mijn schrik, want dat kon toch niet goed gaan zoveel activerende prikkels? Gelukkig heb ik mij in kunnen houden en mij er niet mee bemoeid. Hij bleek prima op deze routine te slapen. Kennelijk hielp hem dat om alle onrust die er nog zat, uit te gooien. Daarna vertel ik de deelnemers kort over ‘prikkelfilters’, die in de hersenen de zintuiglijke prikkelverwerking sturen.
Ook komen de vier types voorbij, waarbij de prikkelverwerking niet optimaal verloopt. Ik bespreek ons nieuwe model, Het Waaiermodel, waarmee je onder- en overprikkeling visueel kunt maken. Het model is ‘vers van de pers’, we hebben het net ontwikkeld. Je vindt het in ons nieuwe boek ‘Wiebelen en friemelen voor mensen met een verstandelijke beperking ’ en op onze website 7zintuigen.nl. De meeste aandacht in de lezing gaat natuurlijk naar de praktische kant, namelijk welke strategieën kun je inzetten om gaan slapen en doorslapen te ondersteunen.”
Monique Thoonsen is specialist zintuiglijke prikkelverwerking, pedagoog en CCE-consulent. Zij is vooral bezig met de (afwijkende) zintuiglijke prikkelverwerking. Ze adviseert en begeleidt professionals, opvoeders, kinderen en volwassenen als er sprake is van lastig gedrag dat daardoor wordt veroorzaakt. Zij is (co-) auteur van de Wiebelen en friemelen-reeks over zintuiglijke prikkelverwerking. Vanuit haar bedrijf 7 Zintuigen geeft zij voorlichting en cursussen over de oplossingen die er zijn voor onder- of overprikkelde kinderen.
bron : vakbladvroeg