Nogal wat baby’s huilen langer, indringender en ongelukkiger dan andere baby’s. Soms zo erg dat een huilopname in het ziekenhuis volgt. Het vervolgens onder begeleiding laten uithuilen begint gelukkig tot het verleden te horen. Maar wat dan wel? Veel zorgverleners op de kinderafdelingen van ziekenhuizen worstelen met die vraag. Marilene de Zeeuw geeft negen helpende aanbevelingen. Plus een slotakkoord.
Marilene de Zeeuw
Alle baby’s huilen, maar sommige baby’s huilen langer, indringender en ongelukkiger dan andere baby’s. Onmacht over huilen is dan ook van alle tijden. De oplossingen verschillen niet alleen van cultuur tot cultuur, maar ook van periode tot periode.
Ziekenhuisopname
Veel baby’s belanden via een verwijzing naar de kinderarts in een klinische huilopname: de baby wordt, al dan niet met zijn ouders, één of meerdere dagen opgenomen in het ziekenhuis. De tijd dat baby’s gescheiden van hun ouders worden opgenomen, begint gelukkig tot het verleden te behoren.
Waar men ook op terug begint te komen: het al dan niet begeleid laten uithuilen van baby’s in het ziekenhuis. Vaak is dit een gevolg van onmacht, evenals de overtuiging dat deze aanpak effectief is. Uitdoving als techniek hoort thuis in angstbehandeling, niet in de behandeling van huilen. Voor het laten huilen van baby’s jonger dan 6 maanden bestaat sowieso geen relevant wetenschappelijk bewijs wat betreft werkzaamheid en ook na 6 maanden zijn er vraagtekens over de werkzaamheid en gevolgen.
Aanbevelingen
Maar wat dan wel? Hiervoor geef ik negen aanbevelingen, variërend van het beter afstemmen van taken en rollen tot het hanteren van een sociaal-ecologisch behandelingsmodel. Ik doe dit in een notendop. Je kunt het uitgebreide bestand hier downloaden.
1. Professionals
Betrek professionals die vaardig zijn in breed diagnostisch denken bij het updaten van het bestaande zorgpad: Dit helpt bij het accorderen en implementeren van de aanpak en minimaliseert latere weerstand.
2. Breed diagnostisch denken
Communiceer naar ouders dat huilen een complex signaal is dat verschillende stressfactoren kan weerspiegelen. Vermijd het om in je advies je alleen te richten op het kind als oorzaak van het huilen. Het is belangrijk om ouders te horen en hen te helpen om de hele puzzel te leggen van hun kind én de stressoren in het systeem.
3. Duur en vorm van huilopname
Bespreek met ouders het doel van eventuele opname. Dat begint met het vooraf ordenen van de diagnostische vragen vanuit zowel ouders als van zorgverleners (JGZ, huisarts, en andere hulpverleners. Informeer ook of de eerstelijns diagnostiek al is uitgevoerd. Zonder contact met de eerste lijn wordt er geen tweedelijnszorg gestart. Probeer verder een pilotproject met de zorgverzekeraar te regelen om de effectiviteit van verbeterde voorzieningen te evalueren.
4. De nacht is voor crisissituaties
Bespreek met ouders hoe zij de avond en de nacht kunnen doorkomen thuis en hoe ze overdag kunnen uitrusten. Het aanbieden van een nacht in het ziekenhuis is een crisismaatregel, passend bij de situatie waar de impulscontrole van ouders niet gegarandeerd kan worden.
‘LATEN UITHUILEN VAN BABY’S IN HET ZIEKENHUIS IS VAAK EEN GEVOLG VAN ONMACHT’
5. Behandelmethodes selecteren
Overweeg een sociaal-ecologisch behandelingsmodel waarin verschillende factoren, zoals ouder-, relatie- en kindfactoren, worden overwogen. Selecteer proefinterventies op basis van multidisciplinaire overwegingen.
6. Verbeter ouderlijke vaardigheden
Bied ouders verschillende interventies aan op basis van hun individuele behoeften, zoals Dunstan babytaal, troosttechnieken van Karp, mentaliseren-ondersteunende interventies en lichaamsgerichte interventies. Voer de dagklinische afspraken uit met het hele gezin, maar voorkom dat je de betere ouder wordt.
7. Ouders erbij, tenzij…
Overnemen van troost en/of ouderlijke zorg moet zorgvuldig afgestemd worden. Bespreek de betekenis hiervan eerst met ouders. Dit gesprek is de start van een crisisplan voor het eerste herstel, en daarna van een plan hoe komend jaar wél informele steun op structurele basis het gezin gaat helpen.
8. Stel een behandelplan op
Schrijf een korte ouder- en baby vriendelijke brief met verbindingstaal over hun relatie, waarin de positieve kanten van ouders en baby worden opgeschreven. Schrijf hierin ook over de uitdagingen in het vinden van een hernieuwde match en de inzichten van de dag klinische opnamedagen. Deel deze brief na toestemming met de huisarts en de JGZ.
9. Extern netwerk
Werk aan het opbouwen van een extern netwerk van partners die kunnen helpen bij het aanpakken van risicofactoren uit het biopsychosociale model. En leer van ervaringen: regel follow-up gesprekken met ouders om te evalueren of de hypothesen en het advies na ontslag effectief waren, en gebruik deze feedback om het diagnostische proces te verbeteren.
Adviesstuk
De tips zijn uitgewerkt in een uitgebreid adviesstuk.
Download advies verbeteren huilprotocol
Nabrander – smoor excessief huilen in de dop
Aan al deze tips gaat preventie tijdens de zwangerschapsperiode vooraf. Het heeft namelijk absoluut meerwaarde om dan al in te spelen op de meest voorkomende risicofactoren voor excessief huilen. Zo kun je de aanstaande ouders helpen om zich goed voor te bereiden op het omgaan met huilen. Dit geldt des te meer voor degenen die te maken hebben (gehad) met moeilijke psychosociale omstandigheden, psychische problemen of chronische trauma’s. Het zijn met name de gezinnen die bekend zijn bij de POP-poli of die uitgenodigd zijn voor het prenataal huisbezoek bij de JGZ die een verhoogde kans lopen op veel huilen na de geboorte. Probeer deze gezinnen van tevoren goed op weg te helpen met hun stressoren en risico’s in de zwangerschap. Denk daarbij aan concrete interventies zoals Voorzorg, Centering Parenting, Cuddle & Care, Dunstan Baby Language of het starten met een oefen draagconsult in de zwangerschap. Zo geef je ouders meer grip en voorkom je het ‘schudden’ van jonge baby’s en de (subtiele) hersenschade als gevolg daarvan.
Dit artikel is tot stand gekomen in overleg met Jessica Boerema, medisch pedagogisch zorgverlener en trainer.
bron : vakbladvroeg