Minister van Gennip van SZW heeft aangekondigd de taaleis IKK (Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang) aan te passen. Deze taaleis gaat in op 1 januari 2025, maar wordt versoepeld voor sommige medewerkers.
De taaleis heeft als doel een rijke taalomgeving te bieden voor kinderen, omdat dit belangrijk is voor de taalontwikkeling van deze jonge kinderen. Voor sommige pedagogisch professionals en studenten is het gevraagde taalniveau 3F echter lastig te halen. Minister van Gennip is daarom met onderstaande voorstellen gekomen. Ze bieden meer perspectief en verlagen de druk op de sector in verband met de toch al hoge personeelstekorten.
-
Uitzondering buitenschoolse opvang
Beroepskrachten in de buitenschoolse opvang hoeven niet te voldoen aan de taaleis op taalniveau 3F. Voor hen wordt het minimale taalniveau 2F. Beroepskrachten met een afgeronde opleiding op mbo-niveau 3 of hoger voldoen hier al aan. Voor beroepskrachten in de dagopvang blijft de taaleis IKK van kracht op taalniveau 3F voor de mondelinge taalvaardigheid.
-
Uitzondering op basis van leeftijd
Beroepskrachten die 60 jaar of ouder zijn op het moment dat de taaleis ingaat, krijgen drie jaar langer de tijd om aan de taaleis te voldoen. Dit zijn beroepskrachten die zijn geboren op of vóór 31 december 1964. Als zij binnen drie jaar met pensioen gaan, hoeven ze niet te voldoen aan de taaleis IKK. In alle andere gevallen krijgen zij tot 1 januari 2028 om aan de taaleis IKK te voldoen.
-
Uitzondering niet-Nederlandstalige beroepskrachten
Beroepskrachten die met de kinderen uitsluitend een andere taal spreken dan Nederlands, hoeven niet te voldoen aan de taaleis IKK. Het uitgangspunt blijft dat pedagogisch professionals de taal die zij met de kinderen spreken mondeling goed beheersen. Daarom geldt bijvoorbeeld voor de meertalige kinderopvang al een taaleis in de Duitse, Engelse of Franse taal.
Toetsen en bijscholen
De minister roept de sector op tijd te investeren in het toetsen en waar nodig bijscholen van medewerkers op de taaleis. Ook roept ze op om de manier van toetsen zo goed mogelijk af te stemmen op de doelgroep en de praktijk van de kinderopvang. Goede ondersteuning vanuit de kinderopvangorganisatie vergroot de slagingskans van de pedagogisch professionals. Dat kan door het aanbieden van bijscholing en examentraining en het inplannen van toetsen. Ook noemt de verzamelbrief verschillende mogelijkheden om de manier van toetsing te verbeteren.
Meer info hierover vind je in de verzamelbrief kinderopvang van 20 maart >>
bron : kinderopvangtotaal