2016 is het jaar geworden van herstel waar de kinderopvangbranche op gehoopt had. In heel 2016 kwamen er 682.000 kinderen naar de kinderopvang. Dit waren er in 2014 nog 620.000. In het vierde kwartaal steeg het aantal kinderen op de kinderopvang tot boven de 700.000.
Dit blijkt uit cijfers van het ministerie van Sociale Zaken van zowel het vierde kwartaal als het volledige jaar 2016. Het aantal kinderen dat naar de bso ging lag in 2016 op 314.000, de dagopvang ontving 268.000 kinderen en nog eens 116.000 kinderen gingen naar de gastouderopvang. In al deze opvangvormen was sprake van groei in 2016.
Minder uren
Daar staat tegenover dat kinderen gemiddeld wel minder uren naar de kinderopvang gaan. In 2016 was dit per kind gemiddeld 57,3 uur. Dit was het jaar ervoor (2015) nog 58,1 uur. Vooral in kinderdagverblijven nam het aantal uren af, maar dat komt doordat peuterspeelzalen werden omgevormd tot kinderdagverblijven. Daar wordt gewerkt met dagdelen opvang in plaats van hele dagopvang waardoor het gemiddeld aantal uren in de dagopvang daalde. Opvallend is dat het aantal uren per kind (0-3 jaar) in de gastouderopvang juist steeg in 2016 met een half uur per maand.
Werkende moeders
Demissionair minister van Sociale Zaken Lodewijk Asscher reageert enthousiast op de toename van het gebruik van kinderopvang. ‘Het is fantastisch om te zien dat er steeds meer moeders werken en dat hun kinderen het dan tegelijkertijd naar hun zin hebben op de opvang.’ Voor het kabinet is de koppeling met de arbeidsmarkt een belangrijk thema. Ook daar zijn groeicijfers te zien. Het aantal werkende ouders stijgt. Het percentage werkende vrouwen tussen de 15-75 jaar is nog niet op het niveau van voor de bezuinigingen in de kinderopvang en de economische crisis, maar stijgt wel tot 60,9 procent. In 2015 was dit nog 59,6 procent. Opvallend is ook de sterke stijging van het aantal werkende alleenstaande moeders: van 59,5 procent in 2015 naar 62,2 procent in 2016.
Werkende vaders
Het gemiddeld aantal gewerkte uren van vrouwen en moeders met jonge kinderen laat na jaren stabiliteit een lichte groei zien. Vrouwen werkend gemiddeld 25,6 uur per week. Bij mannen is de arbeidsparticipatie redelijk constant gebleven in 2016 ten opzichte van 2015. Maar het is nog niet op het niveau van 2011/2012.
Uurtarieven
Wat betreft de uurtarieven, zitten alle kinderopvangvormen boven het maximum uurtarief voor kinderopvangtoeslag. Bso’s zitten er gemiddeld 39 eurocent boven met een uurtarief van € 6,81 de dagopvang 8 eurocent met een uurtarief van € 6,97, in de gastouderopvang ligt het gemiddelde uurtarief 10-12 cent hoger dan wat er aan kinderopvangtoeslag vergoed wordt. Voor gastouderopvang voor kinderen van 0-3 jaar wordt € 5,65 gerekend en voor 4-12 jarigen is dit € 5,62. In 2016 was het verschil tussen het maximum tarief en de uurtarieven voor de dagopvang en de bso iets groter dan voorgaande jaren. Bij de gastouderopvang blijft dit stabiel.
Groei dagopvanglocaties
Natuurlijk steeg het aantal dagopvang-locaties, mede door de omvorming van peuterspeelzalen naar dagopvang in het kader van de harmonisatie. In totaal kwamen er 768 kinderdagverblijven bij in 2016. Het aantal bso’s steeg met 230 locaties. Bij de gastouderopvang blijft de daling van het aantal opvanglocaties doorzetten. In 2016 in totaal met 919 locaties waardoor het totaal aantal gastouders op 33.585 uitkomt.